Grondslagen begroting en meerjarenraming
Begrotingswijzigingen
In de begroting 2026 worden begrotingswijzigingen met structurele gevolgen tot en met de gemeenteraad van 26 juni 2025 meegenomen.
Algemene uitkering
Bij de berekening van de Algemene uitkering voor de Programmabegroting 2026 wordt uitgegaan van de Meicirculaire 2025.
Inflatie
Wij volgen het inflatiepercentage dat wordt vastgesteld in het samenwerkingsgebied Holland Rijnland, de Financiële kaderstelling. Voor materiële lasten is deze vastgesteld op een inflatiecijfer van 2,7% en voor personele lasten op 2,1%. In de begroting 2026 houden wij rekening met deze stijging. De verschillende baten (huren, leges en dergelijke) en belastingen passen wij eveneens aan met het inflatiecijfer. Voor de OZB-woningen wordt geen indexatie toegepast. Voor de inflatie van de welzijnsinstellingen die subsidie ontvangen van de gemeente hanteren we een inflatiecijfer van 2,2%.
Verbonden partijen
De verbonden partijen stellen individueel een begroting op. Voor de gemeenschappelijke regelingen volgen wij het percentage dat sinds enige tijd wordt vastgesteld in het samenwerkingsgebied Holland Rijnland. Voor 2025 zijn de volgende percentages vastgesteld:
Personeelslasten: 2,1% Materiële lasten: 2,7%.
Ontwikkeling geld- en kapitaalmarkt
De rente op de geldmarkt wordt geraamd op 2,0% en voor de kapitaalmarkt op 3,0%. De omslagrente blijft gehandhaafd op 0%.
HLTsamen
De effecten van beleidsbeslissingen bij de vaststelling van de gemeentebegroting op de werkorganisatie HLTsamen worden, indien van toepassing, als beslispunt in de programmabegroting zichtbaar gemaakt. Vervolgens worden deze via een begrotingswijziging in de begroting van HTLsamen verwerkt.
